Financieel overzicht

bedrag x € 1.000RekeningBegroting 2017Rekening 2017Saldo
Wat heeft het gekost?2016PrimitiefLastenBatenSaldoLastenBatenSaldo2017
Taakvelden
Reservemutatie0-2564.3588.596-4.2386.3758.960-2.5841.654
Resultaat023.13856.40430.52825.87658.14430.53627.6081.732

Het saldo op de overhead van € 1,7 miljoen wordt als volgt verklaard:

schoon schip implementatie decentralisatie Jeugd (€ 508.000 nadelig).
In de jaren 2015-2017 is succesvol uitvoering gegeven aan de implementatie van de decentralisaties Jeugd, Zorg en Werk in het sociaal domein. Dit is een enorme inspanning geweest. De decentralisatie Jeugd was het meest nieuw en onbekend, hiervoor is ook een nieuwe afdeling opgericht.

De hulpvraag was in het begin zeer onzeker, er moest voortdurend snel geschakeld worden, er is prioriteit gegeven aan het leveren van zorg, er is gekozen voor investeren in preventie en voor indicatie in eigen beheer. Vanwege de grote onzekerheid en onbekendheid is bij de aanvang de vaste formatie voorzichtig ingevuld en is eerst gewerkt met inhuur. Dat had een kostenverhogend effect maar zorgde er wel voor dat de dienstverlening verzekerd was. Dit alles maakte het onontkoombaar dat de nieuwe afdeling Jeugd en Samenleving van meet af aan tekorten op de bedrijfsvoering had omdat de vooraf toegekende budgetten niet toereikend bleken om de dynamiek en groei in de loop van het jaar op te vangen en de mensen die daar recht op hadden daadwerkelijk te helpen (winkel moet open zijn).

Tijdens de implementatie, onderweg naar een min of meer stabiele situatie, zijn alle afdelingskosten binnen de bedrijfsvoering opgevangen. Inmiddels is de beoogde stabiele situatie binnen bereik en kan “schoon schip” worden gemaakt. Dat betekent een aanzuivering van het tekort op het bedrijfsvoeringfonds Jeugd & Samenleving van € 508.000 als eindafrekening van de implementatie van de decentralisatie Jeugd c.q. van de inrichting van deze afdeling. Hierdoor wordt de succesvolle invoering van de decentralisaties ook in organisatorisch financiële zin afgerond.

administratieve correctie V&T buitenruimte (€ 426.000 nadelig)
In samenhang met nieuwe regelgeving voor begroting en verantwoording (BBV) is met ingang van 2017 een geheel nieuwe systematiek van kostentoerekening vastgesteld. De grondslagen hiervan zijn vastgelegd in een nieuwe Financiële Verordening 2017, die is vastgesteld bij raadsbesluit van 8 februari 2017. Een belangrijk element in dit geheel is de toerekening van ambtelijke kosten aan projecten (grondexploitaties, kredieten, uitvoeringsprogramma’s openbare ruimte).
Kern van die nieuwe grondslagen is een belangrijke harmonisering en vereenvoudiging voor de gehele gemeentelijke organisatie, alsmede het afrekenen/toerekenen van kosten aan projecten op basis van daadwerkelijke voortgang/output.

Bij de opmaak van de rekening blijkt een nadeel op de dekking van de ambtelijke kosten ten laste van projecten. Voor een deel (€ 0,4 miljoen) is dit een reëel nadeel op de bedrijfsvoering door achtergebleven omzet. Dit tekort wordt binnen de bedrijfsvoering opgevangen. In structurele zin komt dit deel van de bedrijfsvoering op orde via de inmiddels lopende verbeteracties als vervolg op het 213a-onderzoek over projectbeheersing.
Daarnaast is sprake van administratieve effecten vanwege de overgang naar een nieuwe systematiek van kostentoerekening. Bij het opstellen van het omslagpercentage moest rekening worden gehouden met een systeemwijziging van “doorberekening vooraf” naar “doorberekening achteraf”. Ten opzichte van het moment dat het omslagpercentage is vastgesteld voor de nieuwe systematiek "doorberekening achteraf" blijkt het belastbare omzetvolume in 2017 € 6 miljoen lager. Dit betreft een eenmalig faseringsverschil doordat een deel van het volume al is belast volgens de oude systematiek van "doorberekening vooraf". Uit praktische overwegingen is afgezien van een toerekening van dit nadeel naar verschillende taakvelden/projecten en is dit bedrag ad. € 426.000 (incidenteel) centraal op het programma Bedrijfsvoering verantwoord.

aandeel in bovenmatige frictiekosten organisatie (€ 600.000 nadelig)
De bedrijfsvoering van de organisatie wordt onder meer beïnvloed door de snel wijzigende omstandigheden, nieuwe taken, meer en andere samenwerkingspartners, aantrekkende economie, voortschrijdende digitalisering en de wijzigende wet en regelgeving. Deze veranderingen leiden tot veranderende werkzaamheden, bedrijfsprocessen en organisatie wijzigingen waardoor medewerkers boventallig worden. Dit brengt onontkoombare frictiekosten met zich mee. Medewerkers worden geschikt gemaakt voor andere functies binnen of buiten de organisatie, al dan niet via detachering. In een aantal gevallen wordt afscheid genomen. De achterliggende jaren zijn structurele taakstellingen op de organisatie ingevuld. Daarbij zijn geen aparte reserveringen voor frictiekosten getroffen. Tot en met 2016 zijn alle frictiekosten binnen de bedrijfsvoering opgevangen. In 2017 bedragen de frictiekosten voormalig personeel c.a. afgerond € 1,8 miljoen. Gelet op de aard en omvang van deze kosten is éénderde van dit bedrag ten laste van de exploitatie gebeacht. Het resterende bedrag wordt binnen de bedrijfsvoering opgevangen.

Huisvesting (€ 352.000 nadelig)
Een nadeel van € 352.000 wordt verklaard door een verrekening met het bedrijfsvoeringsfonds van een overschot op de huisvesting van de gemeentelijke werven (€ 137.000) en de inzet van capaciteit op het meerjarig onderhoud van de gemeentelijke gebouwen (€ 215.000). Deze overschotten worden verantwoord op programma 5/taakveld 0.3.