Inleiding

De paragraaf biedt op hoofdlijnen inzicht in het risicoprofiel van de gemeente en de mogelijkheden om tegenvallers op te vangen (weerstandscapaciteit). Het gemeentelijke risicobeleid en inzicht voor de raad in de weerstandscapaciteit staat hoog op de bestuurlijke agenda.

Het beleidskader is met de nota Risicobeleid en reservebeleid in 2012 vastgesteld. De opmerkingen en aanbevelingen van de rekenkamercommissie aangaande het gemeentelijk weerstandsvermogen hebben daarin hun plaats gekregen. De nota is de kapstok aan de hand waarvan deze paragraaf is uitgewerkt.

Het besluit Begroting en Verantwoording (BBV, artikel 11) definieert het weerstandsvermogen als de relatie tussen de capaciteit om tegenvallers op te vangen (weerstandscapaciteit) en de materiële risico's waarvoor geen specifieke voorzieningen zijn getroffen.

Het betreft hier dus het duiden van mogelijke tegenvallers waarmee de gemeente te maken kan krijgen en de beheersmaatregelen die de gemeente neemt om risico's te identificeren, het bevorderen van het risicobewustzijn, het vermijden van risico's en ten slotte beperken van schade ingeval risico's zich onverhoopt toch voordoen. Dit risicoprofiel wordt vervolgens afgezet tegen de mogelijkheden waarover de gemeente beschikt om tegenvallers op te vangen.

Door risicoprofiel en weerstandcapaciteit met elkaar te confronteren kan een uitspraak over het weerstandvermogen van de gemeente worden gedaan.

Zolang de weerstandcapaciteit groter is dan de gekwantificeerde risico's kan de gemeente tegenvallers opvangen. De weerstandcapaciteit betreft overigens structurele en incidentele zaken. Vorenstaand wordt een en ander schematisch samengevat. Opgemerkt wordt dat er een onlosmakelijke samenhang is tussen risico's en beheersmaatregelen. Want met gedegen beheersmaatregelen worden de mogelijke risico's aanmerkelijk ingeperkt. Andersom geldt vanzelfsprekend ook dat, indien geen beheersmaatregelen worden getroffen, de risico's navenant toenemen.