Resumé risicoprofiel en benodigde weerstandscapaciteit

Hiervoor is ingegaan op de onderscheiden risico's van de gemeente en de beheersingsmaatregelen die in samenhang met deze risico's in het kader van de meerjarige budgettaire sturing, duurzame instandhouding en bedrijfsvoering worden genomen. Wat betekent deze risicoanalyse nu voor de weerstandscapaciteit in incidentele en in structurele zin?

Structurele weerstandscapaciteit
Voor de structurele weerstandscapaciteit geldt dat structurele tegenvallers via bezuinigingen en/of inzetten van onbenutte belastingcapaciteit ingepast moeten worden in de wettelijk voorgeschreven sluitende meerjarenbegroting.

Incidentele weerstandscapaciteit
De incidentele benodigde weerstandscapaciteit voor het opvangen van incidentele tegenvallers, dan wel het gefaseerd kunnen invoeren van structurele bezuinigingsmaatregelen, zijn als volgt gekwantificeerd:

  • Buffer van € 10,0 miljoen voor de normale bedrijfsrisico's (5% over begrotingstotaal van € 215 miljoen);
  • Additionele buffer van € 5 miljoen wegens grote onzekerheden met betrekking tot nieuwe ontwikkelingen in de financiële verhouding en decentralisaties;
  • Buffer van € 5 miljoen voor mobiliteit.

In totaliteit betreft het € 20 miljoen incidenteel benodigde weerstandscapaciteit.

Beschikbare weerstandscapaciteit

De weerstandscapaciteit omvat de structurele en incidentele mogelijkheden van de gemeente om tegenvallers op te vangen.

1. Structurele weerstandscapaciteit
De structurele weerstandscapaciteit bestaat uit bezuinigen/ombuigingen en de “onbenutte belastingcapaciteit”. Het kwantificeren van de bezuinigingen/ombuigingen is in dit verband weinig relevant. Al is het alleen maar omdat de gemeente over een structureel sluitende meerjarenbegroting moet beschikken.

De zogenoemde “onbenutte belastingcapaciteit” kan wel worden gekwantificeerd omdat daar maatstaven voor gelden. Het benutten van deze weerstandcapaciteit is overigens een puur lokaal bestuurlijke aangelegenheid zolang geen sprake is van de zogenaamde artikel 12-status van een gemeente.

De “onbenutte belastingcapaciteit” wordt bepaald door de actuele OZB opbrengst van een gemeente te vergelijken met de opbrengst van het gemiddelde in Nederland vermenigvuldigd met 1,2. Dit wordt gezien als een redelijk peil. Gemeenten die een beroep willen doen op de artikel 12-status (extra financiële ondersteuning) moeten om daarvoor in aanmerking te komen in elk geval hun OZB-tarief op redelijk peil brengen (1,2 maal het gemiddelde tarief voor Nederland). Daarbij geldt als randvoorwaarde dat de afvalstoffenheffing en het rioolrecht kostendekkend moeten zijn. Voor zover dit (nog) niet geval is wordt dit als aanvullende correctie in de berekening meegenomen. De “onbenutte belastingcapaciteit” bedraagt voor Amstelveen op jaarbasis afgerond € 16 miljoen , waarvan € 0,75 miljoen betrekking heeft op onderdekking afvalstoffenheffing en rioolrecht.

2. Incidentele weerstandscapaciteit
De incidentele weerstandscapaciteit bevat:

  1. Algemene reserve
  2. Bestemmingsreserves/egalisatiereserves
  3. Niet gerealiseerde boekwinsten en stille reserves

2.1 Algemene reserve
Het saldo van de algemene reserve bedraagt per 1 januari 2018 € 58 miljoen .

2.2 Bestemmingsreserves/egalisatiereserves
Bestemmingsreserves zijn door de raad ingesteld. Het aanwenden van deze reserves voor het opvangen van tegenvallers/calamiteiten is een raadsaangelegenheid. Vaak hebben deze reserves een specifiek doel waardoor een andere aanwending dan dit doel niet mogelijk is, zonder dat flankerende of compenserende maatregelen moeten worden getroffen. In de nota Risicobeleid en reservebeleid Amstelveen wordt uitgebreid ingegaan op de functies van de verschillende bestemmingsreserves en egalisatiereserves en de relatie met de weerstandscapaciteit. In essentie komt de analyse erop neer dat het overgrote deel van de bestemmingsreserves/ egalisatiereserves niet tot de weerstandscapaciteit van de gemeente kan worden gerekend, omdat het bestuurlijk geoormerkte reserves betreft. Anderzijds is het in geval van calamiteiten mogelijk een deel van deze reserves als weerstandscapaciteit in te zetten. Consequenties van het benutten van deze reserves moeten dan overigens wel meerjarig in de begroting worden ingepast.

In totaliteit bedragen de bestemmingsreserves, egalisatiereserves en overige reserves zo’n € 140 miljoen eind 2017. Hiervan bedraagt de reserve dekking kapitaallasten ongeveer € 100 miljoen. Deze reserve dient ter dekking van in het verleden uit eenmalige middelen gedekte investeringen en is ingesteld op grond van wettelijke voorschriften. Feitelijk is dit een administratieve reserve.

Het volume van de andere bestemmings-, egalisatie- en overige reserves is derhalve € 40 miljoen. Ingeval van calamiteiten is het mogelijk om een deel van deze reserves een andere aanwending te geven (“nood breekt wet”) en tot de weerstandscapaciteit te rekenen.

Op grond van de huidige reservepositie en de verwachting omtrent de middellange termijn kan 50% van het huidige volume, derhalve € 20 miljoen , tot de weerstandscapaciteit worden gerekend. Genoemde omvang die gerekend wordt tot de weerstandscapaciteit zal periodiek moeten worden herijkt op basis van de alsdan beschikbare reserves en hun oormerking. De huidige beschikbare reserves zullen namelijk worden besteed waardoor het volume (en dus de weerstandscapaciteit) wordt beïnvloed. Aan de andere kant zullen in de toekomst wellicht nieuwe reserves worden gecreëerd.

2.3. Niet gerealiseerde boekwinsten en stille reserves
Eind 2017 bezit de gemeente afgerond 880.000 vierkante meter grond met een boekwaarde van afgerond € 2,5 miljoen. Onder de bestemmingsreserves (dekking kapitaallasten) staat € 0,8 miljoen ter dekking van de grondaankopen. De getaxeerde waarde (agrarisch gebruik) bedraagt € 3,9 miljoen. Wanneer deze gronden ontwikkeld gaan worden zal een hogere opbrengst in het verschiet liggen. Dit is naar de toekomst toe een potentiële risicobuffer.

Voor dit moment wordt volstaan met het verschil tussen de boekwaarde (minus bestemmingsreserve) ten opzichte van de agrarische waarde. Dit saldo van afgerond € 2 miljoen wordt gerekend tot de weerstandscapaciteit (defensieve benadering).

Resumé beschikbare incidentele weerstandscapaciteit

De incidentele weerstandscapaciteit van de gemeente wordt bepaald door:

  • De algemene reserve ad. € 58 miljoen;
  • Aangevuld met € 20 miljoen gelabeld aan bestemmingsreserves, egalisatiereserves en overige reserves; en
  • Het verschil ad € 2 miljoen tussen de agrarische en boekwaarde van gemeentelijke gronden.

In totaliteit bedraagt de incidentele weerstandscapaciteit eind 2017 € 80 miljoen.

Conclusie paragraaf weerstandsvermogen

Het weerstandsvermogen is zoals gezegd de mate waarin de gemeente Amstelveen in staat is om tegenvallers (risico's) op te vangen.
Met het naast elkaar zetten van het in dit hoofdstuk geschetste risicoprofiel en weerstandscapaciteit kan worden geconcludeerd dat waar het de incidentele kant van het weerstandsvermogen betreft, de beschikbare weerstandscapaciteit € 80 miljoen bedraagt tegenover een benodigde buffer van € 20 miljoen.

Voor structurele ontwikkelingen geldt dat deze structureel in de begroting dienen te worden ingepast. In een eventueel structureel “worst case scenario” beschikt de gemeente naast het ombuigen op voorzieningen/schrappen van taken over een belastingcapaciteit buffer van € 16 miljoen om overige structurele ontwikkelingen op te vangen.
Dankzij het door de jaren heen gevoerde financiële beleid kan het weerstandsvermogen van Amstelveen als goed worden gekwalificeerd.