Financieel overzicht

bedrag x € 1.000RekeningBegroting 2017Rekening 2017Saldo
Wat heeft het gekost?2016PrimitiefLastenBatenSaldoLastenBatenSaldo2017
Taakvelden
Reservemutatie-4.06378878087887808780
Resultaat-116.809-111.5997.691125.404-117.7132.499121.201-118.702-989

Het resultaat is te verklaren door de volgende afwijking(en) met als minimale grens € 100.000 tenzij het bestuurlijk relevant is:

0.5 treasury
Na de invoering van de nieuwe BBV is geconstateerd dat de verantwoording van kapitaallasten anders moet dan in de begroting staat opgenomen. De werkelijke last en baat bevat hierdoor geen dubbeltellingen in tegenstelling tot de begroting.

Belastingen
0.61 OZB Woningen en 0.62 Niet woningen en 0.64 Belastingen overig

bedrag x € 1.000

begroot '17

werkelijk '17

werkelijk '17

totaal werk '17

werk-begr

 (a)

jaar 2017 (b)

oude jaren (c)

 (d=b+c)

(e=d-a)

0.61 OZB Woningen

10.662

10.862

24

10.886

224

0.62 Niet woningen gebruik

3.840

3.706

72

3.778

-62

0.62 Niet-woningen eigendom

5.870

5.674

67

5.741

-129

totaal OZB

20.372

20.242

163

20.405

33

0.64 hondenbelasting

226

231

5

236

10

6.3 hondenbelasting kwijtschelding

-5

-8

-8

-3

3.4 toeristenbelasting

176

175

175

-1

totaal belasting

20.769

20.640

168

20.808

39

De werkelijke opbrengst voor aanslagjaar 2017 (kolom b) wijkt in totaliteit voor de OZB nauwelijks af van de prognose (kolom a). De meeropbrengst bij Woningen is vrijwel gelijk aan de lagere opbrengst bij Niet-Woningen. In de loop van volgend jaar worden nog aanslagen opgelegd en bezwaren afgehandeld. Hierdoor zal de werkelijke opbrengst over het aanslagjaar 2017 nog wijzigen. Dit zal worden verantwoord in de programmarekening 2018.

In de werkelijke baten 2017 zit een verrekening oude jaren verwerkt (kolom c) van € 163.000. Dit is een gevolg van de systematiek, zoals beschreven in de vorige alinea.

Naast de aanslagoplegging wordt op beide taakvelden invorderingsrente en kosten voor aanslagbiljetten e.d. verantwoord.

0.7 algemene uitkering
Over voorgaande jaren is sprake van een incidenteel voordeel van € 35.000. Daarnaast leidt de decembercirculaire tot een voordeel van € 140.000 voor 2017. Dit is de resultante van:
# relatief beperkte aanpassingen op de gehanteerde aantallen voor diverse verdeelmaatstaven, inclusief samenhangende correcties op de uitkeringsfactor;
# twee ontvangen bijdragen voor “innovatieve aanpak energiebesparing” (€ 80.000) en “implementatie richtlijn Energy Efficiency Directive richtlijn” (€ 6.000).

Beide ontvangen bedragen leiden tot uitgaven in 2018 en zijn gereserveerd op de taakvelden waar het betrekking op heeft. Via raadsweb zijn de leden van de gemeenteraad in januari geïnformeerd over de effecten van de decembercirculaire.

stellige uitspraak BBV algemene uitkering
Met betrekking tot de algemene uitkering heeft de commissie BBV een stellige uitspraak gedaan. Dit houdt in dat in de jaarrekening de algemene uitkering wordt opgenomen conform de in het jaar laatst gepubliceerde accresmededeling die doorgaans is opgenomen in de septembercirculaire van het boekjaar. Als hiervan wordt afgeweken moet worden opgenomen dat er een stellige uitspraak is en aanvullend moet worden toegelicht welke circulaire en/of aanvullende informatie in de jaarrekening is verwerkt. Dit betreft de volgende drie aanvullende aannames/correcties (totaal € 583.000).

1. asielstroom
In de circulaire wordt voor de asielstroom een aanname gedaan voor de asielstroom van € 793.000. In de begroting is op grond van eigen aanname een bedrag verwerkt van € 980.000. De algemene uitkering 2017 is voor € 187.000 gecorrigeerd .

2. BTW-compensatiefonds (BCF)
Gemeenten kunnen hun betaalde BTW (met inachtneming van de nodige nuanceringen) declareren bij het BCF. Via het Regeerakkoord Rutte II is besloten, dat het gemeentefonds wordt gekort als gemeenten in totaliteit meer declareren dan beschikbaar in het BCF. Als gemeenten minder declareren wordt het niet benutte deel van het fonds (de onderuitputting) gerestitueerd ten gunste van het gemeentefonds. Na afloop van het jaar wordt de balans opgemaakt en wordt afgerekend op basis van de werkelijke resultaten. Op dit moment wordt meerjarig een onderuitputting van het fonds geraamd, maar deze verdwijnt op het moment dat de BTW-declaraties toenemen. De verwachting is (ook bij de VNG), dat de huidige gemeentefondscijfers te rooskleurig c.q. geflatteerd zijn en dat de BTW-declaraties zullen toenemen door aantrekkende investeringen, stijgende prijzen en BTW-jurisprudentie.

De bestendige Amstelveense gedragslijn is derhalve, om een onderschrijding van het BCF-plafond niet vooraf structureel in te boeken, maar jaarlijks achteraf te verwerken conform de nacalculatie zoals opgenomen in de desbetreffende meicirculaire. Sinds de invoering van deze systematiek (meicirculaire 2014) wordt deze lijn expliciet verwoord in de jaarlijkse bestuurlijke rapportage over de meicirculaire, die onderdeel uitmaakt van de behandeling van de Kadernota.

Concreet wordt in de algemene uitkering 2017 rekening gehouden met een lagere uitkeringsfactor dan staat vermeld in de circulaire. Dit betekent dat de "eigen" algemene uitkering lager is dan de opgave van het Ministerie van BZK (minus € 693.000). De nacalculatie over 2016 ad. € 870.000 is in de jaarrekening 2017 verwerkt op basis van de meicirculaire 2017.

3. OZB aftrekpost
De hoogte van de algemene uitkering uit het gemeentefonds van een gemeente hangt onder andere af van de zogenoemde ‘OZB-belastingcapaciteit’ van een gemeente. Het idee daarachter is: hoe meer geld een gemeente aan OZB kan binnenhalen, des te minder geld uit het gemeentefonds nodig is. Zonder de toepassing van de OZB-belastingcapaciteit bij de verdeling van het gemeentefonds zouden gemeenten met een hoge waarde aan onroerende zaken een hoger voorzieningenniveau of lagere belastingtarieven kunnen bieden dan gemeenten met een lage waarde. De OZB-belastingcapaciteit wordt bepaald aan de hand van de WOZ-waarden.

Bij opmaak van de jaarrekening wordt een actuele stand van de WOZ-waarden berekend aan de hand van gegevens die de belastingsamenwerking Gemeentebelastingen Amstelland aanlevert. Deze stand is actueler dan de gegevens die bij het CBS bekend zijn. De algemene uitkering 2017 is gebaseerd op de actuele hogere WOZ-waarden en voor 2017 leidt dit tot een lagere algemene uitkering (minus €77.000).

0.8 Overige baten en lasten
stelposten (voordeel € 305.000)
Op de stelpost “onvoorzien” resteert een bedrag van € 48.000 en bij “loon/prijscompensatie” € 135.000. Op de overige stelposten resteert € 122.000. Alle bedragen vallen voor 2017 incidenteel vrij.

oninbare/dubieuze belastingdebiteuren (nadeel € 60.000)
In de begroting is een budget beschikbaar van € 150.000 ter dekking van oninbare/dubieuze debiteuren. Dit is niet toereikend om de in 2017 werkelijk opgetreden oninbare belastingvordering, alsmede de aanvullende dotatie aan de voorziening te dekken.

De noodzakelijke omvang wordt vastgesteld door afhankelijk van de ouderdom van de openstaande posten een bepaald percentage als dubieuze vordering te beschouwen; tussen 1 en 2 jaar is dit 50%, tussen 2 en 3 jaar 75% en voor oudere vorderingen 100%.

opheffen RMO (voordeel € 233.000)
Eind december 2016 is een bedrag ontvangen vanwege het opheffen van de RMO. Dit bedrag is in de rekening 2016 gereserveerd in afwachting van mogelijke samenhangende uitgaven. Het gehele bedrag is alsnog vrijgevallen in 2017.

vrijval wachtgeldvoorziening (voordeel € 500.000)
Zie toelichting onder "voorzieningen".