Voorzieningenmutatie met toelichting

bedrag x € 1.000

Bijgestelde begroting

jaarrekening

Verschil

taakveld + omschrijving

toevoe- ging (a)

onttrek- king (b)

verschil (c=a-b)

stand 1jan

toevoe- ging (d)

onttrek- king (e)

stand 31dec

verschil (f=d-e)

g=c-f

0.8 Alg. pensioenwet politiek ambtsdragers + wachtgeld

159

246

-88

4.080

184

853

3.410

-670

582

0.8 Dubieuze debiteuren

0

0

0

710

321

116

915

205

-205

0.8 Dubieuze vorderingen op openbare lichamen

0

0

0

0

0

0

0

0

0

8 Algemene dekkingsmiddelen

159

246

-88

4.790

505

969

4.325

-465

377

dubieuze debiteuren
In de verordening 212 staan gedragsregels voor het bepalen van het saldo dubieuze debiteuren. De voorziening geeft een indicatie van de vorderingen waar de gemeente een risico loopt ten aanzien van het (volledig) terugontvangen van vorderingen.

De noodzakelijke omvang wordt vastgesteld door afhankelijk van de ouderdom van de openstaande posten een bepaald percentage als dubieuze vordering te beschouwen; tussen 1 en 2 jaar is dit 50%, tussen 2 en 3 jaar 75% en voor oudere vorderingen 100%.

Dit leidt tot een voorziening per 31 december 2017 van € 915.000. De grootste post hierbinnen betreft belastingdebiteuren (€ 0,5 miljoen).

wachtgeld en wethouders
Voor het bepalen van de voorziening is de rekenrente van essentieel belang. Hoe hoger de rente, hoe hoger het te verwachten rendement. Of anders geformuleerd: hoe hoger de rente, hoe lager de waarde van het lopende jaar moet zijn om in de toekomst aan de verplichtingen te kunnen voldoen. Ter indicatie: een mutatie van 1%-punt rekenrente kan een mutatie van de benodigde voorziening betekenen van 30%.

In 2017 heeft een hogere rekenrente per 1 januari 2018 (1,648% t.o.v. 0,864% per 1 januari 2017) geleid tot een vrijval van de wachtgeldvoorziening van € 500.000. Dat de jaarlijkse aanpassing van de rekenrente tot forse mutaties kan leiden laat een vergelijking met 2016 zien. Vorig jaar moest door een lagere rekenrente € 350.000 gedoteerd worden aan de voorziening.

Er is voor gekozen de stand per 31 december 2017 als basis te nemen. Als blijkt dat na de gemeenteraadsverkiezingen 1 of meer wethouders gebruik gaan maken van de wachtgeldregeling wordt de vereiste aanvulling van de voorziening aan de raad voorgelegd in de 1e of 2e tijdvakrapportage 2018.